Dieetbehandeling Diabetes Mellitus type II (DM II)

Inleiding

Ik heb voor de laatste opdracht gekozen, omdat DM II mij altijd erg heeft geïnteresseerd vanaf dat ik het over dit onderweg op school heb gehad. Zo’n 740.000 mensen zijn al in 2007 gediagnostiseerd met DM II, terwijl deze ziekte niet chronisch en in theorie goed te behandelen is (Rutten et all., 2013). Daarom wil ik graag uit gaan zoeken wat DMII is en erachter komen welke behandelingen er nu allemaal al zijn op regulier en antroposofisch niveau.

Beschrijving DM II

Beschrijving regulier

Bij DM II geeft de goed werkende pancreas genoeg van het hormoon insuline af om het glucose in het bloed naar de cellen te brengen. Echter is het probleem bij DM II dat de cellen ongevoelig zijn voor het hormoon, ook wel insulineresistentie genoemd. Hierdoor kan het glucose niet door de cellen opgenomen worden en stapelt het steeds meer op in het bloed (hyperglycemie). De referentiewaarde voor het diagnosticeren van DM II en hyperglykemie is als het veneus plasma van het bloedglucose in nuchtere toestand  ≥ 7,0 is (Rutten, 2013). Onbehandelde hyperglycemie kan voor ernstige complicaties zorgen aan de bloedvaten. Het glucose dat zich steeds meer opstapelt in het bloed gaat kan verharden en neerslaan op de wand van een bloedvat (Martini, 2012). Omdat mensen met DM II vaak ook overgewicht hebben en hoge cholesterol waarden is er het gevaar dat ook het cholesterol neerslaat op de wanden waardoor deze nog sneller dicht kunnen slippen. Als dit gebeurd bestaat er een kans op een hartinfarct, beroerte en aantasting van de haarvaten in voeten, ogen en handen (DIEP, 2014). Om dit allemaal te voorkomen is het belangrijk om de klachten of symptomen te herkennen van hyperglycemie:

  • “Vaak dorst hebben en veel moeten plassen
  • Erg moe zijn
  • Last van de ogen, rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien
  • Slecht genezende wondjes
  • Pijn in de benen bij het lopen
  • Infecties die vaak op dezelfde plek terug komen” (Therapeuticum Aurum, 2016)

Beschrijving antroposofisch

Volgens de antroposofie werkt de insulinegevoeligheid op celniveau het zelfde als volgens de reguliere beschrijving. Echter wordt het begrip insulineresistentie ook wel doofheid genoemd. In de nieuwsbrief van therapeuticumaurum.nl staat het volgende over insulinegevoeligheid; “Antroposofisch gezien kun je de weefsels waar het om gaat, samengevat de stofwisseling, zien als een tuin waarin iedere dag gewerkt moet worden. Als je wegblijft groeit het binnen de kortste keren dicht en gaat de tuin zijn eigen leven leiden. Dat gebied is minder toegankelijk geworden, is een beetje ‘doof ‘ geworden. Het kost dan veel moeite nog iets van orde erin te scheppen” (Therapeuticum Aurum, 2016). Ik heb dit stukje ook in de PowerPoint geciteerd en toen de klas gevraagd wat ze ervan vonden. Veel vonden dit stukje wel erg diep gaan, maar konden er wel iets bij bedenken. Ik zelf had eerst ook moeite met dit stukje, maar nu ik het een aantal keer heb gelezen en besproken kan ik mezelf erin vinden. De tuin zijn in mijn ogen de cellen die door verwaarlozing van het lichaam (vet eten, weinig bewegen) dichtgroeien. Er is geen orde meer in de tuin (het leven van iemand)

Oorzaken DM II

Oorzaken regulier

De volgende factoren spelen een rol bij de kans om DM II te krijgen:

  • “weinig lichaamsbeweging
  • overgewicht
  • ongezond eten
  • roken
  • ouder worden
  • erfelijkheid”

Ondanks dat dit de factoren zijn die de kans vergroten is het bij de helft van de mensen met DM II niet duidelijk wat de oorzaak is (Diabetesfonds, nb).

Oorzaken antroposofisch

De antroposofie zegt het volgende over de oorzaak van de dichtgegroeide tuin:

“Orde komt in de mens vanuit de ziel en de geest – het Ik. Vooral voor de suikerhuishouding zijn die geestelijke krachten verantwoordelijk en dienen iedere dag weer in het lichaam te werken en het te doordringen. Dat is niet geheel vanzelfsprekend. Want die krachten kunnen ook in het hoofd bezig gehouden worden. In onze tijd zijn we vaak zo met ons hoofd bezig, dat er weinig (onbewuste) werkzaamheid overblijft voor buik, stofwisseling, vetweefsel en spieren” (Therapeuticum Aurum, 2016). Wat ik denk dat hier bedoeld wordt is dat er is een overheersing van de bovenpool (zenuw/-zintuigstelsel) wat ervoor zorgt dat iemand alleen of een groot gedeelte in het hoofd bezig is en niet meer met de rest van het lichaam. Hierdoor wordt het inzicht verloren in wat hij/zij eet en wat het met het lichaam doet.

Behandelingen

Behandeling DM II regulier

De patiënt wordt als eerste bij de huisarts geïnformeerd over de ziekte, aard en de noodzaak tot behandelen.

Zoals al eerder was gezegd heeft DM II invloed op het krijgen van hart en vaatziekten. Dit komt mede doordat bij 80% van de mensen met DM II ook overgewicht voorkomt (NDF, 2010).

  • Roken is een grote veroorzaker voor hart en vaatziekten en tevens voor het krijgen van DM II.
  • Het is belangrijk om voldoende te bewegen om de kans op hart en vaatziekten en DM II te verkleinen. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) bewegen is voor iedereen een half uur per dag. Echter is dit bij mensen met overgewicht (BMI ≥ 25) een uur per dag. Hierbij wordt gewerkt aan het verbeteren van de conditie. Het uiteindelijke doel is om tweeëneenhalf uur per week matig tot intensief te bewegen. Dit kan bereikt worden door bijvoorbeeld te zwemmen, lopen of fietsen.
  • Bij mensen die overgewicht hebben (BMI ≥ 25) is het belangrijk om 5 – 10% lichaamsgewicht te verliezen om de glucose waarden te laten dalen, de vetstofwisseling te verbeteren en de bloeddruk te verlagen (Rutten, 2013).
  • Bijna altijd worden mensen met DM II doorverwezen naar de diëtist. De algemene behandeling die door de diëtist gegeven zal worden is het volgende: de koolhydraten (40-70 en%) en eiwitten (0,8 – 1,2 g eiwit per kg) blijven het zelfde als volgens de richtlijn goede voeding van de gezondheidsraad. Echter wordt afgeraden om fructose houdende producten te nuttigen in verband met het verhogende effect op het triglyceridengehalte. De ADH van vetten is normaal (20-40 en%), echter is het belangrijk dat dit wordt beperkt naar 30-35 en%. Tevens wordt er aangeraden om niet meer van 10 en% per dag aan verzadigde vetzuren te nuttigen, waardoor het cholesterol gehalte verminderd. Verder is een hoge inname van vezels (30-40 g) bevorderlijk voor de diabetesregulatie en het lipidenprofiel. Het is hierbij wel van belang om genoeg te drinken (1,5-2 l) om obstipatieproblemen te vermeiden. Tot slot is het niet aan te raden om extra vitamines, mineralen, spoorelementen en kaneel te gebruiken (NDF, 2010). Kaneel mag niet extra worden gebruikt, omdat er twee onderzoeken zijn gedaan gedaan die elkaar tegen spreken. Hierna is er geen onderzoek meer verricht en heeft de Voedsel- en Warenautoriteit ervoor gezorgd dat er geen onbewezen claims op de kaneelcapsules worden gezet (Diabetesfonds, nb).
  • Als deze behandelingen niet werken kan er over worden gegaan op orale medicamenten. Als eerste wordt Metformine voorgeschreven, hierna gliclazide en als volgt een insulinetherapie Dit is om de insulinegevoeligheid omhoog te krijgen en de bloedglucose waarden omlaag te krijgen. Deze 3 middelen hebben de minste bijwerkingen en worden daarom als eerste voorgeschreven. De bloedglucose verlagende middelen met uitzondering van insulines zijn: metformine, sulfonylureumderivaten, repaglinide, acarbose, dipeptidylpeptidase- 4-remmers en ‘glucagon-like’ peptide-1-receptoragonistenen pioglitazon” (Rutten, 2013).

Behandeling DM II aanvullend volgens de antroposofie

Bij de antroposofische behandeling van DM II zal naast de reguliere behadeling ook gewerkt worden aan het verwarmen en activeren van de stofwisseling.

  • Rozemarijn kan gebruikt worden om te verwarmen in de vorm van inwrijvingen en baden. Dir wordt meestal door een antroposofische fysiotherapeut gedaan. Ook heeft rozemarijn een gunstige werking op het ik. Hierbij wordt het bij voorkeur oraal ingenomen.
  • Fosfor en vurige, kruidige voeding hebben een positief effect op de koolhydraatstofwisseling. Ook extra kaneel en haver kunnen een gunstig effect hebben. Ondanks dat er twee onderzoeken zijn gedaan naar kaneel zegt het centrum voor antroposofische gezondheidszorg toch dat het gunstig kan zijn op de bloedglucose regulering.
  • Kunstzinnige therapie kan ook worden ingezet om met het gevoel meer naar beneden te komen. Kleuren kunnen hierbij goed helpen. Ook kan het vorm brengen in de stofwisseling door boetseren en vormtekenen.
  • Euritmie kan ervoor zorgen dat de ziel aan wordt gesproken en kan worden gebruikt om stofwisseling, vorm en activiteit aan de stofwisseling te geven door het gebruik van medeklinkers.
  • Biografisch werk kan gebruikt worden om de oorsprong van de oorsprong van overeten en het overgewicht. Dit kan helpen het ik en de ziel te versterken.
  • Mensen met overgewicht kunnen het beste een mediterraan voedingspatroon aanhouden of een kleine koolhydraatbeperking. Ook kunnen het beste de witte rijst en pasta weggelaten worden om daarvoor in de plaats volkoren producten te gebruiken (Therapeuticum Aurum, 2016).
  • Eten met aandacht is ook erg belangrijk. Hierdoor zal er meer besef komen over het voedingsmiddel, wat het met het lichaam doet en de oorsprong (Ypma, 2012).
  • Het haverdieet wordt veel gebruikt bij de behandeling van DM II in de reguliere en antroposofische zorg. Haver zorgt ervoor dat de insulinegevoeligheid toeneemt, waardoor de glucose waarden in het bloed minder worden en de cellen het glucose op kunnen nemen. Tevens is haver minder bloedglucose verhogend dan bijvoorbeeld brood en pasta en wordt de wilskracht van het ik en de ziel gestimuleerd om meer inzicht te krijgen in gedachtes en gevoelens die voorheen leidde tot overeten en ongezond eten. Het haverdieet wordt of 2 dagen in de week of 2 dagen in de maand gebruikt. Het is per cliënt anders welk dieet gebruikt wordt.
  • Als al deze behandelingen niet genoeg werken om de glucosewaarden in het bloed stabiel te krijgen, kunnen er antroposofische medicamenten worden voorgeschreven (Zeilstra, 2013).

Reflectie

Ik vond dit een hele leuke opdracht om te doen, maar omdat er zoveel informatie over de behandeling is te vinden werd het soms erg lastig hoe ver ik moest gaan met de informatie. Ook bij de beschrijving van DM II vond ik het lastig een lijn te trekken bij de informatie. Ik denk dat ik de informatie wel gebalanceerd heb en dat alles even veel aan bod komt, behalve de voeding. Omdat ik al zoveel weet over voeding heb ik ervoor gekozen om dit deel wat uitgebreider te vertellen. Ik wilde over de reguliere medicijnen nog wel wat meer vertellen, maar het werd mij te lastig en uitgebreid om dit verder uit te lichten. Helaas kon ik niet vinden welke antroposofische medicijnen er zijn voor DM II. Ik denk wel dat ik dit wil gebruiken bij deel 2 van de minor.

Literatuurlijst

Diabetesfonds. (nb). Diabetes type 2. Geraadpleegd op 10 november 2016, van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes/diabetes-type-2

Diabetesfonds. (nb). Verlaagd kaneel de bloedsuiker? Geraadpleegd op 18 november 2016, van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/veelgestelde-vragen/verlaagt-kaneel-de-bloedsuiker

DIEP. (2014). Gevolgen van langdurige hyperglycemie. Geraadpleegd op 10 november 2016, van http://www.diep.info/Diabetes-educatie-Hoge-bloedglucose-waarden-Gevolgen-van-langdurige-hyperglycemie

Martini, F. H., Bartholomew, E. F. (2012). Anatomie en fysiologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson Benelux.

NDF. (2010). NDF Voedingsrichtlijn voor diabetes type 1 en 2. Geraadpleegd op 18 november 2016, van http://www.zorgstandaarddiabetes.nl/wp-content/uploads/2013/03/NDF-Voedingsrichtlijn2010mei2011.pdf

Rutten, G. E. H. M. et all. (2013). NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (derde herziening). Geraadpleegd op 16 november 2016, van file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/2013_NHG%20standaard%20diabetes%20mell%20type%202%20(derde%20herziening).pdf

Therapeuticum Aurum. (2016). AURUM: Insulineresistentie. Geraadpleegd op 10 november 2016, van http://www.therapeuticumaurum.nl/system/files/gezondheidscentrumtherapeuticumaurum/praktijksite_page/files/AAA_Aurum_2016-1_Inhoud__Omslag_1.pdf

Ypma, R., Huber, M.A.S. (2012). Eten met aandacht: Doe ik het goed of doet het mij goed? Driebergen: Louis Bolk Instituut.

Zeilstra, A. (2013). Voedingstherapie/dieetbehandeling bij Diabetes Mellitus type 2:

De antroposofische aanpak. Geraadpleegd op 10 november 2016, van http://www.antroposofischedietisten.nl/doc/diabetes%20type%202%20en%20antroposofische%20dieetterapie.pdf